Mw. X, plm. 60 jr., zingt als alt semi-professioneel, in diverse goede, kleine close harmony-groepen, o.a. in een sextet waar iedere zangeres of zanger een eigen stem zingt. Ze heeft al een poos problemen in de ‘hoogte’, m.n. vanaf g1/gis1/a1; soms kan ze ook best hoger tot d2. En ze kan ook heel mooi laag zingen, wel tot klein c/cis. Als jong meisje heeft ze sopraan gezongen. Er is ook een issue met haar houding, ze bezoekt daarom een manueel therapeut. Binnenkort wordt ze gezien door een KNO-arts.
Stemtherapie schiet maar matig op, weliswaar leert ze snel elementaire stemtechniek in spreken en zingen, kan ze ook redelijk toepassen. Maar in haar sextet vlot het voor geen meter.
Bij een analyse van haar koorstukken blijken bewerkingen voor haar stem vaak rond g1/a1 te liggen; en juist op dat punt heeft ze problemen, wordt ze snel moe van het zingen. In een fonetogram wordt duidelijk zichtbaar dat haar lagere stem goede (en heel fraaie) mogelijkheden heeft en – gelukkig – wonderwel matcht met een tenor.
Advies zou dus kunnen zijn: ga tenor zingen. Aan de ene kant vindt mw. X dat een prima idee, want haar stem is na de overgang inderdaad lager geworden, en ze gelooft wel in het principe dat een lichaam in de loop van een mensenleven verandert, en dat je daar het beste in mee kunt bewegen, Aan de andere kant betekent het nogal wat: nieuwe arrangementen, eventueel stoppen met haar sextet, investeren in nieuwe zang-vormen.
Best een ingewikkelde keuze!
MdK
nb: bijgaand fonetogram is niet het fonetogram van mw. X.